Vanwege de lockdown tijdens de coronapandemie heeft een werkgever in de slagerijbranche onvoldoende werk voor alle medewerkers. Hij boekt bij een inpakster de daardoor niet-gewerkte uren af op haar opgebouwde tijd-voor-tijd saldo. Ze protesteert en gaat met hulp van de vakbond naar de rechter.
CAO
De CAO biedt geen ruimte om minuren te registeren en in mindering op een eventueel tijd-voor-tijd saldo te brengen
Burgerlijk Wetboek
De werkgever is verplicht het loon door te betalen als de werknemer de overeengekomen arbeid geheel of gedeeltelijk niet heeft verricht, tenzij het geheel of gedeeltelijk niet verrichten van de overeengekomen arbeid in redelijkheid voor rekening van de werknemer behoort te komen.
Het niet kunnen werken als gevolg van de coronapandemie is geen omstandigheid die in redelijkheid voor rekening van de werknemer behoort te komen.
Onvoorziene omstandigheid?
Een lockdown kan wellicht worden beschouwd als een onvoorziene omstandigheid. Dan is verdedigbaar dat de gevolgen daarvan met betrekking tot het niet voorhanden zijn van voldoende werk niet geheel ten laste van alleen de werkgever kunnen blijven. Daarvan is in dit geval geen sprake.
Vast staat namelijk dat de werkgever op grond van de tijdelijke NOW van de overheid financiële ondersteuning heeft ontvangen om het loon van de werknemers te kunnen doorbetalen, een compensatie van 90% van dat loon. Ook hoefde de werkgever tijdelijk geen bijdrage te voldoen aan het Sociaal Fonds en heeft hij de betaling van een loonsverhoging uitgesteld. In dit licht kan de werkgever geen beroep doen op onvoorziene omstandigheden.
Door een systeem te hanteren waarbij de niet gewerkte uren als minuren worden geregistreerd en, in geval van de inpakster uren op haar tijd voor tijd saldo worden afgeboekt, legt de werkgever het risico van het verminderde werkaanbod feitelijk bij de werknemers neer. Dat het loon van de werknemers steeds is doorbetaald, maakt dat niet anders. De werknemers worden door de werkgever immers verplicht die geregistreerde minuren later alsnog te werken, waarvoor ze die dan niet als overuren (extra uren) uitbetaald krijgen. De NOW-compensatie is nu juist bedoeld om het loon te kunnen betalen ondanks dat de werknemers geen werk (kunnen) verrichten. Dat de NOW het loon niet volledig dekt, doet daaraan niet af.
Stilzwijgende instemming?
De werkgever heeft nog aangevoerd dat deze werkwijze vooraf tijdens bijeenkomsten met de werknemers is besproken waarbij geen enkele werknemer zou hebben geprotesteerd. Dat betekent volgens de rechter niet dat alle medewerkers stilzwijgend hebben ingestemd. Als de werkgever instemming had willen hebben, had hij dat expliciet aan iedere werknemer moeten vragen, onder mededeling van de gevolgen daarvan voor de betrokken werknemer.
Oordeel rechter
De conclusie is dat het de werkgever tijdens de coronapandemie niet was toegestaan om minuren van de tijd voor tijd uren van de inpakster af te boeken.
Let op: Vanuit het perspectief van de werkgever had zijn oplossing voor de onvoorziene omstandigheid ongetwijfeld iets redelijks, zeker nu hij deze tijdig met de medewerkers had besproken. De rechter laat de wet en de belangen van de werknemer soms zwaarder wegen.
Nieuw binnen